Dit is een eenvoudig recept voor galnoteninkt. Een uitgebreider recept vind je hier.
Deze winter was het goed galnoten zoeken dus besloot ik eens inkt te maken uit de galnoot. Deze inkt wordt al eeuwen gebruikt en was in de middeleeuwen populair.
Je vind de galnoot het makkelijkste in de winter als de bomen kaal zijn, aan de takken van de eik. De galnoot, of knikkergal, is een soort cocon van een wespenlarve. De galwesp legt haar eitje in op een tak, waarna de boom een gal om het eitje vormt. In september kruipt de wesp uit de gal, vandaar dat de knikkers allemaal een klein gaatje hebben. De knikkers zijn hard en droog.
De galnoten kan je fijn stampen in een vijzel. Van het gruis kook je een fijn soepje. Deze bruine soep laat je inkoken tot een dikke bruinzwarte ‘koffie’. Voor de juiste binding en de vloeibaarheid van de inkt voeg je Arabische gom en een drupje ossengal toe. Vervolgens giet je de inkt, met galdrab, in een pot. Voeg daarbij ook enkele roestige spijkers toe, om de inkt nog iets zwarter te krijgen. Enkele dagen laten trekken.
Vervolgens heb ik de inkt met drab gefilterd met een koffiefilter en in kleine flesjes gegoten. De inkt is donkerbruin/grijs en schrijft goed. Omdat de lijnen niet zwart zijn is de inkt geschikt voor pentekeningen met verschillende tinten. De komende tijd ga ik er meer mee tekenen…