KennemerKunstgilde

Kunst & Cultuur in de Late Middeleeuwen

SchoonhovenKleur  Ceremoniele- en Werkruimtes:
1. Zaal / Grote Kamer
2. Salet / Kantoor
(Semi) Priveruimtes:
3. Slaapkamer / Kasteleinskamer
4. Garderobe

Fascilitaire ruimtes:
5. Keuken
6. Bottelarij
7. Eetzaal

Plattegronden van
Kasteel Schoonhoven (links) en Kasteel Medemblik (rechts)

Het is altijd lastig te bepalen hoe een kasteel daadwerkelijk dagelijks gebruikt werd. Om de bedenken hoe het interieur van het huis er uit gezien heeft vergelijken we het met het ontwerp van het kasteel Schoonhoven. Op deze plattegrond zien we immers het ideale laat-middeleeuwse kasteel.

Kasteel Schoonhoven:
De indeling van dit huis lijkt in meerdere opzichten op Medemblik. Aan de bovenkant zien we het woongedeelte. Links zien we het representatieve gedeelte met de Zaal en aangrenzend een klein Salet.
In het woongedeelte zien we links de slaapkamer, met aangrenzend in de toren de Garderobe. Helemaal rechts ligt de keuken met aangrenzend in de toren de Bottelarij. Tussen de keuken en de slaapkamer ligt nog een kamer. Een privekamer die ook eetzaal voor de kasteelheer is.

Kasteel Medemblik:
Vergelijken we dit met Medemblik dan zie we de Blauwe Kamer als privevertrek van de Kastelein (vergelijk Slaapkamer bij Schoonhoven). Direct aan de Blauwe Kamer grenst dan ook de Garderobe, die Wairde Reube heet. In het midden van het Huys zit hier het representatieve gedeelte van het kasteel. Bovenaan (dat is dus de westzijde) vinden we de Eetzaal met Keuken en Bottelarij. Dat deze drie functies dicht bij elkaar liggen komt natuurlijk zeer logisch voor.

Blauwe Kamer en Wairde Reube
In verschillende bronnen heet de Blauwe Kamer ook wel kasteleinskamer. We mogen aannemen dat dit dus het prive- en slaapvertrek van de Kastelein is. Waarom de kamer Blauwe Kamer heet is interessant. Vanaf de 14e eeuw komen we in kasteelbeschrijvingen zogenaamde kleurkamers tegen. De Blauwe Kamer komt verreweg het meeste voor. Hoe het vertrek er exact uit heeft gezien weten we niet maar de kans is groot dat er tenminste een bed met blauwe gordijnen heeft gestaan. (Een set kleden of gordijnen heetten ook wel een ‘camer’)  Verder waren andere elementen (plafond, deuren, vensters?) wellicht ook blauw geschilderd. Ter vergelijking, de aangrenzende Garderobe is in de 15e eeuw rood geschilderd en in een 16e eeuws document staan deze ruimtes als ‘rode kamer’ aangegeven.

De garderobe bestond begin 15e eeuw waarschijnlijk al maar is in zo’n slechte staat dat deze volgens de rekeningen in 1440 herbouwd is. We lezen dat het opgedeeld is in twee kamers met ieder een vuurplaats. De kamers hebben elk een deur naar buiten met een trappetje. Er is sprake van een noord- en een zuidelijk venster. Er is een vermelding van trap in de ‘Cleyn Wardereube’.

De Blauwe Kamer heeft bovendien een doorgang naar de garderobe. Logisch voor een prive-vertrek. Bovendien heeft de Kastelein zo een sluiproute, via de garderobe, naar binnen en buiten. Deze sluiproute is van belang omdat deze verder gaat. Buiten naast de garderobe bereik je immers snel het kleine Waterpoortje. Blijkbaar wil de Kastelein het kasteel in en uit kunnen zonder de grote poort en de voorburcht met boerderijen over te steken.

Grote Kamer
We keren terug naar het huis en komen via de Blauwe Kamer in de Grote Kamer. We hebben veel aanwijzingen dat de Kastelein deze kamer als werkkamer gebruikte. De kastelein was een Dijkgraaf en Schout. Hij gold dus als bestuurder van de stad en regio, als belastinginner en hij verzorgde de locale rechtspraak. Daar heb je dus 1 of meerdere representatieve werkruimtes voor nodig.

KamersPlattegrondIn de grote Kamer wordt een altaar (outair) gemaakt. Dit altaar is in het huidige kasteel nog altijd te zien aan het gat in de muur. Daardoor is de locatie duidelijk. De Grote Kamer zal dus als kapelruimte gebruikt zijn. In de vijftiende eeuw was het gebruikelijk dat een kapel ook rechtszaal was en we mogen dus aannemen dat deze ruimte daarvoor gebruikt is.

Er wordt een houten wenteltrap gemaakt. De exacte locatie is niet beschreven maar we mogen aannemen dat deze zich op de zelfde plaats als nu bevindt aangezien dit een hele logische plaats is.

Grote KamerEr wordt een schrijfkamer gemaakt, bij wijze van kantoor (rood op de tekening). Deze is bedoeld voor het innen en waarschijnlijk ook bewaren van belastinggelden. Volgens de Tymmerage bevind dit kantoor zich ‘Boven aan die grote kamer’. Bedoelen ze daarmee ‘achterin’ vanaf de binnenplaats bezien? Dan komen we waarschijnlijk tot de bovenstaande plattegrond. Wanneer we de schrijfkamer in de zuidzijde van de Grote Kamer situeren ontstaat een langwerpige kapel / rechtszaal / schepenkamer met het altaar in het midden van de ruimte, tegenover de ingang. Dat voelt wel logisch. Ik weet alleen niet waar de deur naar de zaal precies zat. Blijkbaar was er naast het altaar wel (de huidige) deur naar de Garderobe (dit staat dus niet op mijn tekening).

Het is ook mogelijk dat met het kantoor ‘boven in de grote kamer’ letterlijk boven wordt bedoeld. Dit zou dan kunnen slaan op een een ‘opkamer’. Op de foto van een middeleeuws huis in Archeon is zo’n opkamer te zien. pottenkoopmanHuisWe zien daar ook de wenteltrap die naar een kamertje in de bovenste helft van de voorkamer gaat. In de grote kamer zat de wenteltrap waarschijnlijk op dezelfde manier naast het kantoor dus het kan een ‘opkamer’ geweest zijn.

Een laatste mogelijkheid is nog dat het kantoor in de kleine toren zat waar je via de houten wenteltrap kon komen. Later kwam in dit kamertje de gevangenis. Het raam van het kantoor had tralies en de deur zware metalen krammen, omdat dit dus een bewaarplaats van belastingen was.

Hoe het altaar er uit zag weten we niet. We weten alleen dat er een natuurstenen plaat, een zerk, als tafel gebruikt is: ‘Reyner Maertsz, van dat outair te bemaken op sijn eygen cost op sijn vriesch’.

Aardig detail is de aanwezigheid van twee glasvensters met de afbeelding van het wapen van de ‘genadige heer en dame’. In het noordelijke venster. Dat zullen dus de hertog en hertogin van Bourgondie zijn. In het zuidelijke venster komen de wapens van Egmond en Veer.

Zaal en Keuken
Dan komen we via de Grote Kamer in de Zael.
Om te begrijpen hoe die zaal eruitzag moeten we toch weer even kijken naar de functie van de zaal. In het ideale kasteel van Rombout Keldermans, Kasteel Schoonhoven zagen we dat de Zaal een representatieve, publieke functie had. In Medemblik is dat dus in functie de Grote Kamer. Het is wel bekend dat de zaal van Medemblik o.a. als keuken fungeerde. Nu was het in de 12e en 13e eeuw nog wel gebruikelijk dat men alles (koken, eten en slapen) in een ruimte deed in de Woontoren of Zaalgebouw, maar in de moderne 15e eeuw was dat toch achterhaald.

Dat de Zael als keuken gebruikt is, is wel duidelijk. De twee torens aan de zaal staan beschreven als de Bottelarijtoren en Kleine Bottelarijtoren grenzend aan de keuken, net zoals bij Schoonhoven.
Maar hoe zag de Zael met keuken er nu uit? De Tymmerage meldt dat er een vuurplaats is met een mantel, zelfs met een oven in de mantel, maar ook een ‘Vuyster’, een vuurplaats om op te koken, met daarboven een ‘Pijp’, een schoorsteen. Verder lezen we over een spinde (vooraadkast / muurkast) en een Cleyn Camerke, die later als Washuisje is aangeduid. Er is ook nog sprake van een Maechden Camer, maar dat kan ook dat Washuisje zijn.

Verder staat er, maar dat hoort niet bij de keuken, dat er een tochtportaaltje rond de buitendeur getimmerd wordt.

ZaelSchoorsteenHoe kunnen we dat indelen? Een onderdeel is zichtbaar vanaf de buitenkant: de schoorsteen. Op de tekening van 1588 zien we een duidelijke, grote schoorsteen. Dit is ongetwijfeld een grote schoorsteenmantel in de zaal, die ook in de Cuypers-restauratie weer aangebracht was (en in de jaren ’60 weer verdwenen). Ook in de bouwrekening wordt deze schoorsteen vermeldt: ‘die tinne vande zael op te verwelven, die de castelleyn heeft doen verleggen ende van nyes doen maken mit steenen’ (Enige kantelen boven de zaal moeten verplaatst worden vanwege de grote schoorsteen)

Er van uitgaande dat de beschreven ‘vuyster’ een andere vuurplaats/kookplaats is, zoeken we naar een tweede schoorsteen. Ook in de rekeningen spreekt met van het metselen van een ‘Pijp van de Zaal’ en een ‘Pijp van de keuken’. De betrouwbare tekening van Roghman toont een tweede schoorsteen. Ogenschijnlijk aan de andere kant van het dak. Ook op de tekening van Schoemaker (1700) staat een tweede schoorsteen, maar dit is wel een knullige tekening dus de locatie is onbetrouwbaar.

Met deze gegevens kunnen we fantaseren over een indeling, waarbij de hele zaal een soort open keuken is waarin je natuurlijk ook kan eten.
Echter, ik vind het vreemd dat het kasteel met deze indeling geen representatieve eetzaal heeft. Volgens mij heeft een Dijkgraaf daar wel behoefte aan. De Grote Kamer (als kapel en rechtbank) zal hij daar niet voor gebruiken. En ook de Kasteleinskamer niet aangezien dat ook zijn slaapkamer is. Alhoewel Banjaert Sey niet permanent op het kasteel woonde, hij was ook vaak op Vlieland en in Den Haag, denk ik dat hij in Medemblik het kasteel toch ook als woonhuis gebruikte. De faciliteiten van een huishouding duiden ook daarop.

Dan is er dus toch nog behoefte aan een representatieve eetzaal.
Wanneer dat zich in de grote Zael bevind lijkt het mij dus logisch dat de keuken in de zaal een aparte, afgeschermde ruimte is.
In de rekening staat ook, in een opsomming van timmerwerken:
‘een nye coken die hij heeft doen maken inden westhorn vander zale ende die doen aff schieten mitten voirscreven wagenscoten’.

Dit lijkt op de aanwezigheid van een aparte keuken-ruimte in de zaal. Later benoemt men: Oick heeft die voirscreven castelleyn vanden selven wagenscote inder voirscreven coken doe aff schieten een spinde ende een cleyn camerke
en vervolgens: ende een portael bynnen aen de zael duer
Dus een Spinde staat in de Keuken en het portaal staat bij de deur van de Zaal.
Als Zaal en Keuken dus echt twee verschillende ruimtes zijn kan de indeling er ook zo uitgezien hebben:

KeukenenSaelHet is lastig te bepalen wat de (eerdergenoemde) westhorn van de zaal is waar de keuken zich zou bevinden. Als je de richtingaanduidingen in de rekening grondig bestudeerd lijkt het alsof ze alles een kwart draaien. Wat wij nu ‘noord’ zouden noemen noemen zij ‘west’. (in werkelijkheid gaat het om noord-noord-west, vandaar de mogelijke verwarring)

Je vraagt je af of de grote schouw bij de keuken hoort of bij de ‘zaal’.
Men spreekt ook van een oven ‘verwracht an een nyen mantel inde coken’
Bedoelt men dat de grote mantel bij de keuken hoorde of zat er boven de vuurplaats in de keuken ook een mantel? Waarschijnlijk was dat laatste wel het geval. In het plafond van de zaal word bovendien gezaagd. Blijkbaar moet er een nieuwe schoorsteen of iets dergelijks doorheen.

Er gaat in de rekeningen relatief veel aandacht naar het maken van de nieuwe keuken: Ende want den voirscreven castelleyn geoorlooft is …. om van kueken mede te tymmeren op den huyst. So heeft de voirscreven castelleyn een tymmerman doen komen van hairlem om sijn goed duncken te hebben van de grootte ende wijdt vand vorscreven kueken en later Symon Jan tymmerman van Hairlem voirscreven geronnen te hebben tot Medemblic om te helpen ordnich van nye kueken te maken

Dat is dan de keuken, maar hoe zag het andere, representatieve deel van de zaal er dan uit? Laten we er vanuitgaan dat de grote schouw bij de zaal hoorde. In de hedendaagse zaal zitten er in het zuidelijk deel geen vensters maar die moeten er in de 15e eeuw wel geweest zijn omdat er toch direct daglicht binnen moest kunnen komen. Men spreekt in de rekening van een Zuidelijk Venster in de zaal, maar wat is zuid? Uitgaande van de eerdergenoemde verdraaiing van de windrichtingen zou dit een venster in de westmuur, naast de schouw kunnen zijn.

Verder is er sprake van een nieuwgemaakt beeld (of afbeelding), beschilderd met olieverf, van Sint Christoffel in de Zaal.
Reynair Maerts soen, die beeldenmaker van inden sale gemaict te hebben, van olyverwe, enen groten sinte cristoffel

Al met al is het moeilijk om een precieze indeling van de Zael te geven. In zijn geheel is het allemaal maar een interpretatie die soms goed en soms beperkt te onderbouwen is.
In elk geval zal de zaal, met of zonder open keuken, met de Bottelarij binnen handbereik het warme hart van het kasteel zijn geweest.